Appelsoorten

Resultaat 1–12 van de 77 resultaten wordt getoond

Een oranjerode appel op een gele ondergrond. De vruchten hebben een Cox’s-aroma: zoetzuur. Het vruchtvlees is roomwit en vrij stevig tot tamelijk hard. Ideale variëteit voor het maken van appelmoes. Het ras is in Duitsland ontstaan uit een kruising van Geheimrat Dr. Oldenburg met Cox’s Orange Pippin en in 1962 in de handel gebracht. Alkmene kan geplukt worden vanaf eind augustus tot eind september en is beperkt – ten hoogste enkele weken – bewaarbaar
Elstar x Delcorf Apache. Vroege bloei. Grote vruchtmaat (75 – 85mm), uniform in vorm en grootte. Stevige en sappige appel. Zoetzuur en delicaat aroma. Pluktijdstip valt +/- 1 week voor Delcorf Apache (begin augustus). Goede bewaarbaarheid voor een vroeg ras
Kleurmutant van Boskoop Schmitz Hubsch gevonden door J. van Laar te Margraten (NL). Egaal rood niet gestreept, middelgrote vrucht(75/85mm). Lange bewaring is mogelijk. Pluktijdstip eind september,  begin oktober.
Mutant van Boskoop gevonden door R. Quast te Hamburg, Duitsland. Intensief rode vrucht, egale kleuring met geelgroene achtergrondkleur. Vroeg bloeitijdstip. Pluktijdstip midden september.
Kleurmutant van Braeburn. Vroeg bloeitijdstip. Zacht zuur, knapperige en sappige vrucht. Pluktijdstip van half oktober tot begin november. Bewaarbaar tot eind mei.
Gele mutant van Golden die het best bestand is tegen verruwing. Zachte schil. Zoete smaak met een lage zuurtegraad. Pluktijdstip half september. Geschikt voor lange bewaring.